TULIP SYSTEM I
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
1.1 Systeemoverzicht
1.2 Uitpakken
1.3 Hardware-installatie
1.4 Software-installatie
1.1 Systeemoverzicht
1.1.1 Single board microcomputer
De TULIP SYSTEM I, de microcomputer ontwikkeld en vervaardigd door Compudata B.V., Nederland, is een toetsenbord-computer, geheel gekonstrueerd op een enkel bord.
De architektuur van het systeem is op een 8086-micro-processor van Intel gebaseerd en heeft een 16-bits interne organisatie, een 16-bits databus en werkt met een snelheid van 8MHz(klok snelheid).
De processor heeft een adresseringscapaciteit van 1 Mbytes.
De standaard TULIP SYSTEM I-microcomputer is uitgerust met 128KB intern geheugen. Dit kan uitgebreid worden tot 896KB in eenheden van 128KB elk. Al het geheugen kan geplaatst worden op het computerbord, dat voor deze uitbreiding voorzieningen heeft.

Figuur. 1.1 PC-bord-overzicht(dubbel omlijnde gedeelten zijn optioneel)
Andere standaard-componenten van de TULIP SYSTEM I zijn:
6845 CRT-besturingseenheid voor zowel het monochrome als
voor het kleurenbeeldscherm,
real-time klok,
MONITOR programma EPROM's,
karakter-generator(en), met
een groot aantal Europese karaktersets,
een groep VIDITEL bloktekens,
systeem grafische tekens en
een aantal wetenschappelijke symbolen.
2793 floppy disk-besturingseenheid, die aansluiting van een
groot aantal floppy disk-drives van eigen keuze(tegen
een lage prijs), mogelijk maakt.
Aan de achterzijde van de computer bevinden zich alle interfaces, welke aansluiting van verscheidene randapparaten mogelijk maken. Deze zijn zo geplaatst, dat de meeste connectoren onzichtbaar zijn.
1.1.2 Hardware opties op het PC-bord
Op het PC-bord(Printed-circuit) zijn voorzieningen gemaakt om hardware-opties, die apart besteld kunnen worden, te installeren.
Deze opties, op het PC-bord-overzicht van dubbele lijnen voorzien, zijn de 8087 rekenkundige co-processor, de 8089 DMA-besturingseenheid en de 7220 high resolution graphic besturingseenheid met een eigen 96 KB RAM.
De uitbreiding van het interne geheugen tot 896KB is al eerder genoemd en tenslotte kan een local area netwerk-bord, of een twee-kanaals serie-interface geïnstalleerd worden.
Het bovengenoemde kan allemaal op het PC-bord in de toetsenbordkast geïnstalleerd worden.
1.1.3 Toetsenbord
Het toetsenbord, dat volgens de meest recente ergonomische standaard ontworpen is, kan uitgerust worden met nationale toetsenbord-indelingen.
Het toetsenbord beschikt over een zelfstandig opererende microprocessor, met een 'type-ahead'-buffer van 8 kodes. Alle letter- en cijfertoetsen hebben een auto-repeat(herhaling)-funktie bij het langer indrukken van zo'n toets. Tevens is er een 'buzzer' aanwezig, die geprogrammeerd kan worden. Een aantal toetsen zijn vanuit de software te herprogrammeren.
1.1.4 Beeldscherm/disk-toren
Om uw systeem compleet te maken beschikt u of over een beeldscherm/disk-toren of over een losse diskdrive en monitor. De toren, die in dezelfde stijl gebouwd is als het toetsenbord, geeft een professioneel image aan het systeem.
De toren dient als een behuizing voor het externe geheugen en het beeldscherm, dat een monochroom beeldscherm(standaard) of een RGB-kleurenbeeldscherm kan zijn. Dit gedeelte van de toren kan in een gewenste positie gedraaid worden(links-rechts: 60 graden, omhoog-omlaag: 15 graden).

Figuur. 1.2 Beeldscherm verstelbaarheid
Het externe geheugen bevindt zich op het console en bestaat uit twee floppy diskdrives of een kombinatie van een 5.25" floppy diskdrive en een harddisk-eenheid met een kapaciteit van 5, 10 of 31,5 MB. Tenslotte is de centrale voeding in deze diskette-behuizing opgebouwd. Dit maakt het mogelijk om uw systeem op het electriciteitsnet aan te sluiten met slechts één kabel.
1.2 Uitpakken
Wees voorzichtig met het uitpakken van alle onderdelen.
Bewaar al het verpakkingsmateriaal voor het geval van een mogelijk toekomstige verzending van uw computer.
Als u uw beeldscherm/disk-toren uitpakt, doe dit dan niet alleen. Deze apparatuur, die in een binnendoos is verpakt, is te zwaar om alleen uit te pakken.
Om onnodige moelijkheden te voorkomen, let er goed op dat u geen onderdelen in de verpakkingsdozen achter laat.
Kontroleer of alle onderdelen aanwezig zijn.
1.3 Hardware-installatie
1.3.1 Opstellingseisen
Plaats uw uitrusting op een horizontaal bureau. Onstabiliteit of onnodige bewegingen of trillingen kunnen ongewenste storingen veroorzaken.
Systeem afmetingen:
breedte hoogte diepte(in cm)
Toetsenbord/computer 51.2 7.8 36.6
Console 57.2 11.0 32.7
Disk compartiment 43.8 9.5 28.8
Beeldscherm 36.4 30.2 48.0
Uw systeem mag nooit in direkt zonlicht staan, dit kan een te hoge temperatuur in uw systeem veroorzaken. De advies temperatuur voor uw systeem is 20 graden C, maar de machine kan ook bij een temperatuur van 10 graden C tot 40 graden C(5O graden F tot 104 graden F) werken.
De vochtigheidsgraad mag van 20% tot 80% lopen (niet kondenserend).

Figuur 1.3 TULIP SYSTEM I toetsenbord microcomputer met een beeldscherm/disk toren.
1.3.2 Netspanning
Als u een systeemconfiguratie heeft zoals in figuur 1.3, dan heeft u slechts één wandkontaktdoos met randaarde nodig met 220 Volt en 5OHz.
De hoofdvoeding is in de diskette-behuizing ingebouwd. De spanningskabel kan aan de achterzijde van die behuizing aangesloten worden.

Figuur 1.4 Elektrische aansluiting.
N.B.: Het TULIP SYSTEM I en het beeldscherm/disk kunnen in de fabriek ingesteld zijn op 110 Volt netspanning en 60Hz. Kontroleer het model/serial nr. label of de netspanning juist is ingesteld.
Zowel het toetsenbord als het beeldscherm moeten beiden aangesloten worden op de centrale voeding. De aansluiting voor deze apparaten zijn aan de binnenkant van het console gesitueerd. Beide kabels kunnen aangesloten worden. Het beeldscherm heeft geen eigen voeding en geen AAN/UIT(ON/OFF)-schakelaar. Het toetsenbord heeft een eigen AAN/UIT-schakelaar en kan rechtstreeks op het elektrische net aangesloten worden(als er geen beeldscherm/disk-toren is).

Figuur 1.5 Toetsenbord/beeldscherm aansluiting netspanning.
1.3.3 Interfaces aansluiting

Figuur 1.6 Achteraanzicht van TULIP SYSTEM I met alle interfaces.
1.3.3.1 Beeldscherm aansluiting
Om het beeldscherm met de computer te verbinden, moet de beeldschermsignaalkabel gebruikt worden. Steek de metalen connector in de 'video'-interface aan de achterzijde van de computer en zet deze vast door het beugeltje in positie te schuiven. De plastic connector aan de andere zijde van de signaalkabel moet aan de achterkant van de beeldschermkast gestoken worden, vlak naast de netspanningskabel. Deze stekker klemt zich automatisch vast. Door 't aan weers
kanten in te drukken kunt u de stekker weer losmaken. De vorm van beide stekkers zorgt ervoor dat ze slechts op één manier kunnen worden bevestigd. De signaalkabel kan door een uitsparing aan de achterzijde onder het console geleid worden.
Afhankelijk van de bevestiging van de kabel, is het video signaal:
- Separated Synchronisation(standaard)
- Composite Video
Als u uw eigen monitor gebruikt, kontroleer met uw dealer welk signaal u nodig hebt.
1.3.3.2 Floppy disk-eenheid aansluiting
De verbinding van de floppy disk-eenheid en de computer gaat met een platte kabel die onder het console is bevestigd.(In het geval dat u ook een harddisk-drive heeft, moet u de smalle kabel voor de verbinding van de floppy disk gebruiken).
U kunt de connector verbinden met de 50-pins-interface met de tekst "FLOPPY DISK DR." aan de achterzijde van de computer.
Zorg ervoor, dat de gekleurde draad altijd LINKS zit als de connector wordt bevestigd. Dat is tevens de meest 'natuurlijke' positie van de kabel, zonder draaiïng.
Terwijl u de connector voorzichtig in de interface-connector indrukt, wordt deze automatisch vastgezet met twee klemmetjes.
1.3.3.3 Harddisk-eenheid aansluiting
In het geval, dat uw systeem een harddisk-eenheid heeft, zult u ook een bredere, platte kabel onder het console vinden.
U kunt de connector in de interface(gekenmerkt met HARD DISK CONTR(SASI)) steken.
Evenals bij de floppy disk-connector geldt ook hier, dat de hard diskkabel zonder draaiïng moet worden bevestigd, terwijl de gekleurde draad LINKS moet zitten(als u ervoor staat).
1.3.3.4 Parallelle uitvoer aansluiting
Dit 'Centronics compatibel'-interface maakt verbinding met een ruime keuze uit parallelle printers mogelijk. Met een speciale, dubbele kabel kunnen zelfs twee parallelle printers tegelijk worden aangesloten.
Verbind de kabel van de printer met een 15-pins-D-connector.
1.3.3.5 Seriële in- en uitvoer aansluiting
De RS-232-interface maakt het mogelijk een seriële printer met een 25-pins-D-connector aan te sluiten of om asynchrone communicatie met andere systemen te plegen.
Met behulp van het installatieprogramma CONFIG.COM kan de seriële port worden ingesteld.
1.4 Software-installatie
1.4.1 Het starten van het systeem
Nadat u uw systeem goed geïnstalleerd heeft, bent u gereed het te starten.
Uw TULIP SYSTEEM kan aangezet worden met behulp van de AAN/UIT-schakelaar aan de achterzijde van het toetsenbord.
Als uw computer verbonden is met een beeldscherm/disk-toren, dan moet u deze ook aanzetten. Gebruik dan hierna deze schakelaar om uw komplete systeem AAN of UIT te zetten.
Attentie: Alvorens het systeem zijn eerste boodschap geeft,
kan het even duren. Deze korte tijd is nodig voor
een test van het interne geheugen. Rechtsboven
op het beeldscherm wordt dit zichtbaar gemaakt.
Op uw beeldscherm komt de volgende tekst te staan:
TULIP SYSTEM I 128Kb tested
(c) COMPUDATA SYSTEMS
Monitor version 1.3
RAM available until address: 2000:0000 (*
Loading operating system (**
Disk unit not ready
>_
(* 2000:0000 geeft de grootte van het interne geheugen weer.
(** Als een hard disk aangesloten is, dan staat er het volgende:
Loading operating system from hard disk
No loader present on disk
>_
1.4.2 Het laden van het MS-DOS besturingssysteem
Volg de hierna volgende instrukties exact op.
Plaats uw 'SYSTEM DISKETTE' in diskeenheid A.
Druk op de ESC toets.
De ESC-toets heeft bij het opstarten de IPL(Initial Program Load)-funktie.
Er moet nu op het beeldscherm staan:
Loading operating system from 5.25"
MS-DOS start met de volgende mededeling:
IO.SYS version 1.30 on TULIP SYSTEM I
(c) COMPUDATA SYSTEMS
MS-DOS version 2.00
Copyright 1981,82,83 Microsoft Corp.
Command v. 2.02
Current date is Fri 2-01-1985
Enter new date:
Tik nu de datum in volgens de ondergenoemde regel:
(Diegene, die geen QWERTY-toetsenbord heeft kan de [RETURN]-toets
indrukken om door te gaan).
MM-DD-JJJJ gevolgd door [RETURN]
waarin: MM = 2 cijfers voor de maand(01-12)
DD = 2 cijfers voor de dag(01-28/31)
JJJJ = 4 cijfers voor het jaar
- = scheidingsteken
(Bijv.: 02-O6-1985: 6 februari 1985)
Hierna verschijnt de volgende boodschap:
Current time is x:xx:xx.xx
Enter new time:
De tijd kunt u volgens onderstaand formaat inbrengen:
(Diegene, die geen QWERTY-toetsenbord heeft kan de [RETURN]-toets
indrukken om door te gaan).
UU:MM:SS gevolgd door [RETURN]
waarin: UU = 2 cijfers voor het uur(00-23)
MM = 2 cijfers voor de minuten(00-59)
SS = 2 cijfers voor de seconden(00-59)
: = scheidingsteken
(Bijv.: 10:30:00 half 11 s'morgens)
Uw operating systeem is nu geladen en u kunt nu beginnen met het uitvoeren van systeem- of toepassingsprogramma's.
1.4.3 Als het systeem MS DOS niet kan laden
Het startprogramma(boot loader) probeert de eerste twee(verborgen/hidden) operating systeem-bestanden te laden: IO.SYS en MSDOS.SYS.
Als zij niet aanwezig zijn dan verschijnt deze boodschap:
Disk is NO system disk
Insert system disk in drive A:
and hit ESC-key when ready
Onderstaande boodschap verschijnt als diskeenheid A: een verkeerde definitie heeft in CONFIG.COM:
(Met 'verkeerd' wordt bedoeld: niet overeenkomstig de gegevens van het startprogramma).
BOOT DISK IS NOT CONFIGURED CORRECTLY
Only drive A: is now present. Use CONFIG.COM to correct
this
Hit any key to continue
In een situatie met twee verschillende disktypes kan het zijn dat na het formatteren met het argument /S of het uitvoeren van het MS-DOS SYS-commando met behulp van het installatieprogramma CONFIG.COM de definitie van diskeenheid A: herzien moet worden.
Als er in CONFIG.COM meer geheugen is opgegeven dan er in werkelijkheid is, dan zal deze boodschap verschijnen:
MEMORY SIZE IS NOT CONFIGURED CORRECTLY
Only 128Kb is now present. Use CONFIG.COM to correct
this
Hit any key to continue
U wordt aangeraden m.b.v. CONFIG.COM het operating systeem(IO.SYS) direkt te corrigeren, indien een van de hierboven genoemde boodschappen verschijnen.
Alle standaard SYSTEEM DISKETTES, die door COMPUDATA SYSTEMS B.V. worden geleverd, bevatten de benodigde bestanden om het systeem te starten.
Ze hebben de volgen de instellingen:
- twee floppy disk eenheden:
5.25" = 80 sporen ( 96 tpi)
of 77 sporen (100 tpi)
of 40 sporen ( 48 tpi)
8" = 77 sporen (48 tpi)
- Al het interne geheugen is toegewezen aan MS-DOS
- ASCII/USA QWERTY-toetsenbord.
1.4.4 Originele systeemdisk eerst kopiëren
Maak NOOIT een wijziging op uw originele SYSTEEMDISKETTE, maar maak EERST een kopie op een nieuwe diskette. Uw originele SYSTEEM DISKETTE dient opgeborgen te worden op een veilige plaats.
Hiervoor moet het volgende worden ingetikt:
(Als uw systeem twee 5.25"- of 8"-floppy disk-drives heeft, zie de opmerking aan het einde van het hoofdstuk).
Aktie: Druk op funktietoets F1
Systeem: A>PATH A:\BIN
A >FORMAT
Aktie: Druk de [RETURN]-toets in.
Systeem: Na het laden van FORMAT verschijnt de tekst:
TULIP SYSTEM I - FORMAT
for 5.25" and 8" floppy disk drives
Copyright (C) 1985 Compudata Systems B.V. v. 1.22
=================================================
Insert new diskette for drive A:
and strike any key when ready.
Aktie: Vervang de SYSTEEM DISKETTE door de NIEUWE
diskette en druk een willekeurige toets in.
Systeem: Start het formatteren, op het beeldscherm
wordt zichtbaar:
Formatting drive A: track: ..
Verifiying drive A: track: ..
ONE MOMENT, PLEASE!
..... bytes total disk space
..... bytes available on disk
Format another (Y/N)?
Aktie: Antwoord N en plaats uw originele SYSTEEM-
DISKETTE weer in drive A:
Aktie: Druk op funktietoets F2
Systeem: A>PATH A:\BIN
A>DISKCOPY
Aktie: Druk [RETURN]-toets in
Systeem: Als het programma geladen is, wordt u steeds
gevraagd op het goede moment van diskette te
wisselen. DISKCOPY zal steeds wachten tot u
een willekeurige toets ingedrukt heeft.
Insert source diskette into drive A:
Press any key when ready.
Insert formatted target diskette into drive A:
Press any key when ready
Copy complete
Copy another (Y/N)?
Aktie: Stop DISKCOPY en antwoord N
Systeem: A>_
Opmerking: Als u een systeem met twee 5.25"- of 8"-floppy disk-eenheden heeft, kunt u de volgende commando's gebruiken:
A>FORMAT B: [RETURN]
A>DISKCOPY A: B: [RETURN]
1.4.5 Installatie van nationale toetsenborden
Alle SYSTEEM DISKETTES zijn gemaakt voor computers met een Amerikaans/Nederlands QWERTY-toetsenbord.
Diegenen, die een ander toetsenbord hebben, kunnen een andere toetsenbordindeling instellen met behulp van het programma CONFIG.COM.
1.4.6 Harddisk en memory disk-installatie
Als u een toren heeft met één 5.25"-floppy diskette-eenheid en een ingebouwde harddisk-eenheid heeft en/of meer dan 128Kb intern geheugen(RAM) heeft, dan moet u uw systeem informeren dat u deze opties heeft.
Uw standaard MS-DOS operating system gaat er vanuit dat u twee 5.25"-floppy diskette-eenheden heeft.
Voordat u met een harddisk-eenheid en/of de memory disk kan werken, moet(en) een (er) external driver(s) geladen worden door het operating systeem.
Zo'n driver is het best te omschrijven als een subroutine van MS-DOS, die alle in- en uitvoer van en naar de harddisk en de memory disk behandelt.
Door het opnemen van een "device="-opdracht in het bestand CONFIG.SYS wordt een externe driver geladen. Na het uitvoeren van het systeemprogramma CONFIG.COM en het wijzigen van het systeembestand CONFIG.SYS moet de computer opnieuw worden gestart om de externe drivers te doen laden in het interne geheugen.
1.4.7 Slotwoord
Nadat u uw operating systeem in overeenstemming heeft gebracht met uw hardware situatie, wilt u misschien nog andere veranderingen aanbrengen.
Voordat u aan iets anders begint maak eerst een kopie van uw SYSTEEM DISKETTE.
Terug naar het begin van het document